Lezing bij de 76ste maandelijkse vredesmanifestatie Stop de Oorlog,
24 april 2025, het Spui Amsterdam
NVMP-bestuurslid Dirk Hoogenkamp hield bij de maandelijks vredesmanifestatie op het Spui onderstaande, indrukwekkende lezing.
U leest deze hieronder.
‘Bedankt voor jullie komst vandaag, en bedankt voor de uitnodiging om hier te spreken. En wat een triest feit dat onze komst hier nog altijd niet overbodig is.
Er is alleen maar meer oorlogshitserij bij gekomen. Heeft u al een noodpakket in huis? Voelt u zich al voorbereid? Bent u al akkoord met bezuinigingen op zorg, onderwijs en pensioenen?
Het weekblad voor artsen, Medisch Contact, hield een enquête onder haar leden. Ooit opgericht als een illegale verzetskrant in de Tweede Wereldoorlog. Nu vroeg het haar lezers: Bent u al voorbereid op oorlog? Voor wie het wil weten: 80% van de respondenten antwoordde: nee. Zo’n antwoord viel te verwachten. Want wat voor oorlog wordt er bedoeld met die vraag?
En eigenlijk had de vraag moeten zijn: Bent u voorbereid op een kernoorlog? Hoe hoog zou dan het percentage zijn? Het blad pareerde kritiek op de enquête door te stellen dat dat de kop in het zand steken is. Het lijkt er op dat oorlog in Nederland gezien wordt als een onafwendbaar feit. Je voorbereid voelen is dan belangrijk, zodat patiënten niet in de steek worden gelaten als de oorlog komt en het zorgsysteem overeind blijft.
In het geval van een kernoorlog is er geen zorg mogelijk. Voorbereiding daarop is immers een illusie.
Daarbij gaat het bovendien voorbij aan het feit dat wij nu in een andere tijd leven. Oorlog in Nederland zal deze keer wat anders betekenen dan een Duitse bezetter die zich met het werk van artsen bemoeit. Tegenwoordig zijn zorgverleners weer doelwit in oorlog: zie de gebombardeerde ziekenhuizen in Oekraïne en Gaza, de dodelijkste plek voor hulpverleners ter wereld. Maar bovenal: wij leven in een nucleair tijdperk. Met Nederland in de nucleaire alliantie die we de NAVO noemen. Waarbij een aanval op één, een aanval op allen is. Als u weer eens wordt verteld dat de Russen zullen oprukken tot aan hier, hoe absurd ook, is het belangrijk dat we ons realiseren dat deze retoriek, escalatie naar een nucleaire oorlog op gang kan brengen. .
Hoe ‘gezondheidszorg’ eruit ziet nadat een stad is aangevallen met een kernbom, laten de ooggetuigenverslagen van Hiroshima zien. Hiervoor zou ik graag een stuk citeren uit het boek van de Amerikaanse journalist John Hersey:
‘Het lot van de artsen Fujii, Kanda en Machii, vlak na de explosie – een lot dat typerend was voor de meerderheid van de artsen en chirurgen van Hiroshima – met hun kantoren en ziekenhuizen verwoest, hun apparatuur aan gruzelementen, hun eigen lichamen in meer of mindere mate uitgeschakeld, verklaarde waarom zoveel gewonde burgers niet werden behandeld en waarom zo velen, die wellicht hadden kunnen blijven leven, stierven.
Van de 150 artsen in de stad waren er 65 al dood en van de rest waren de meesten gewond. Van de 1780 verpleegsters waren er 1654 dood of te zwaar gewond om te werken. In het grootste ziekenhuis, dat van het Rode Kruis, waren slechts zes van de dertig artsen in staat te werken en slechts tien van de ruim honderd verpleegsters.
De enige ongedeerde dokter van het Rode-Kruispersoneel was dokter Sasaki. Na de explosie holde hij naar de voorraadkamer om verband te halen. Zoals alles wat hij had gezien toen hij door het ziekenhuis rende, was ook deze kamer een chaos: flesjes medicijnen die van de planken kapot waren gevallen, tegen de muur gespatte zalven, de grond bezaaid met instrumenten. Hij pakte wat verband en een nog gaaf flesje mercurochroom, haastte zich terug naar de hoofdchirurg en verbond zijn wonden. Daarna liep hij de gang in en begon de gewonde patiënten, artsen en verpleegsters daar op te lappen. Zonder zijn bril deed hij dat zo onhandig dat hij de bril van de neus van een gewonde verpleegster nam en hoewel die zijn oogafwijkingen slechts bij benadering compenseerde, was dat beter dan niets. (Hij zou er een maand van afhankelijk blijven).
Dokter Sasaki werkte zonder systeem, hij behandelde de mensen die het dichtst bij hem waren het eerst en hij zag al snel dat de gang steeds voller en voller werd. Tussen de schaaf- en snijwonden die de meeste mensen in het ziekenhuis hadden opgelopen, kwamen hem steeds meer afschuwelijke brandwonden onder ogen. Hij besefte dat er slachtoffers van buiten kwamen binnenstromen. Het waren er zoveel dat hij de lichtgewonden begon over te slaan. Het beste wat hij kon doen, was zorgen dat mensen niet doodbloedden, besloot hij. Weldra lagen en hurkten er patiënten op de vloeren van de zalen en de laboratoria en alle andere ruimten, en in de gangen, en op de trappen, en in de entreehal, en onder de toegangspoort, en op de stenen bordestrap, en op de oprit en het plein, en in een onafzienbare rij op de straat buiten, naar de beide kanten. Gewonde mensen ondersteunden verminkte mensen; misvormde families leunden tegen elkaar. Veel mensen braakten. Enorme aantallen schoolmeisjes – van wie sommigen uit de les waren gehaald om buiten brandgangen vrij te maken – kropen het ziekenhuis binnen.
In een stad van 245.000 inwoners waren bijna honderdduizend mensen op slag dood of ten dode opgeschreven; nog eens honderdduizend waren gewond. Minstens tienduizend van de gewonden trokken naar het beste ziekenhuis van de stad, dat zo’n enorme toeloop helemaal niet aankon aangezien het maar zeshonderd bedden had, en die waren allemaal bezet geweest.
De mensen in de verstikkende menigte in het ziekenhuis huilden en riepen “Sensei! Dokter!” in de hoop dat dokter Sasaki hen zou horen, en de minder ernstig gewonden trokken hem aan zijn mouw en smeekten hem de ernstiger gewonden te komen helpen. Dokter Sasaki, die op kousenvoeten van hot naar her werd getrokken, was verbijsterd door de aantallen en onthutst door zo veel rauw vlees. Hij had inmiddels alle gevoel van professionaliteit verloren en werkte niet langer als een bekwaam chirurg en een meelevend mens; hij werd een robot, wie het vegen, smeren, verbinden mechanisch afging.’[1]
Wat denkt u? Mogen de artsen in Nederland zich voorbereid voelen?
Tegenwoordig zijn er ruim twaalfduizend kernwapens in de wereld, en alle landen met kernwapens zijn hun arsenaal aan het moderniseren. Ieder van die bommen is vele malen krachtiger dan de bom op Hiroshima. Ze maken onderdeel uit van een Doomsday Machine, ontwikkeld voor wederzijdse vernietiging. Dat is wat het nucleaire tijdperk inhoudt. En het betekent zeker twee dingen:
- Doordat de spanningen oplopen ligt escalatie op de loer en ook escalatie naar een kernoorlog, opzettelijk of door geblunder.
- Een kernoorlog zal vele, vele Hiroshima’s betekenen. Daarbij komen mensen direct om door de hitte en de blast, maar zijn er ook langetermijngevolgen door fall-out, radioactieve straling en doordat er zó veel as hoog in de atmosfeer komt dat het zonlicht decennialang geblokkeerd wordt. In deze nuclear winter zullen de temperaturen in dit deel van de wereld 30 graden Celsius dalen. Dat zal de mensheid niet overleven.
Wij moeten voorkomen wat niet te genezen is. Zolang er kernwapens in de wereld zijn, kan het mis gaan. We staan op de rand van een afgrond, en moeten daar weg voordat het te laat is.
Om dan toch positief af te sluiten: Die eerste stappen weg van de afgrond zetten wij hier. Door niet mee te gaan in de herbewapeningspropaganda. Door hier samen te komen en vrienden en familie hierover te vertellen. Door altijd weer te stellen dat er een alternatief is voor oorlog, namelijk: Vrede!
Dank u wel.


